Inleiding
De toepassing van algehele anesthesie gaat gepaard met beademing omdat de anesthesiemiddelen leiden tot onderdrukking van de ademhaling en omdat bij gebruik van spierverslapping de eigen ademhaling van de patiënt verlamd is. De beademing wordt overgenomen door een beademingsmachine (ventilator). Behalve zuurstof worden ook de anesthetica door de ventilator toegediend. Voor optimale inzet van ventilatoren is het belangrijk om de basisprincipes van mechanische beademing te kennen.
Inhoud
De theorie start met de basisprincipes van machinegecontroleerde beademing die van belang zijn bij beademing op de OK. Daarna volgen de fysiologie van de ademhaling en de bijbehorende parameters, ook van mechanische beademing, low-flow en cirkelsystemen voor de toediening van volatiele anesthetica. Verschillende beademingsmodi: druk- en volumegecontroleerde beademing en volledige en gedeeltelijke ondersteuning, tachypneu en apneu
De cursus sluit af met een toets en eventueel een herkansing.
Leerdoel
Na het doorlopen kan de cursist de principes benoemen van de mechanische beademing op de OK, fysiologie van de ademhaling, vormen van de mechanische beademing voor de OK, beademingsparameters, gesloten systeem van beademing, apneu en tachypneu.
Doelgroep
Verpleegkundigen
Doorlooptijd en accreditatie
De doorlooptijd is ongeveer 2 uur. Geaccrediteerd bij V&VN.